Pauwen

(pavo cristatus)

Verschil in geslacht: Een mannetjespauw wordt ook wel een haan genoemd. Een haan is te herkennen aan zijn kleurrijke veren en zijn blauwe hals. Ook is hij vaak groter dan het vrouwtje, ook wel de hen genoemd. Deze heeft onopvallende kleuren, vaak bruingrijs.

Gebruiksdoel: Pauwen werden 4000 jaar geleden als siervogel in Europa ingevoerd. Maar al gauw werd gebraden pauw een statussymbool. Daarnaast werden de veren zeer gewild als versiering van dameshoeden. Tegenwoordig worden ze voor deze beide doeleinden nog steeds gebruikt.

Voortplanting: De voortplanting van de pauw kondigt het begin van de lente aan. Het mannetje toont zijn veren aan het vrouwtje, die een paar keer goedkeurend om het mannetje heen loopt. Uiteindelijk gaat de hen liggen waarna de paring volgt.
Een nest van de pauw wordt meestal in een kuiltje in de grond tussen de struiken gemaakt. Maar soms ook in een dikke boom, een leeg roofvogelnest of op een gebouw. Het wordt bedekt met wat dorre bladeren en gras. Het hennetje legt 4 tot 8 bijna witte eieren. Pas na het leggen van het vierde ei begint de hen te broeden. Dit duurt ongeveer 28 dagen.

Weetjes:

  • Pauwen worden gemiddeld 25 tot 30 jaar oud
  • Een pauw is pas in zijn 3e levensjaar vruchtbaar
  • De sleepstaart van de haan kan wel 1.50m lang worden en bestaat dan uit 150 veren
  • De haan verliest zijn sleepstaart in de zomer waarna hij weer aangroeit in de herfst ende winter
  • De pauw wordt ook wel “waakhond”genoemd door hun waakse gedrag en alarmroep bij gevaar
  • Er bestaan ook witte pauwen
  • De jongen worden met veertjes geboren in plaats van dons
  • De pauw komt oorspronkelijk uit Zuid Oost Azië
  • Ook vlindersoorten hebben het oog van de pauw op hun vleugels 
  • Het motief van de staartveer wordt ook in sieraden en kleding gebruikt
Naar boven