Toulouse gans

Met een volwassen gewicht van zo'n tien kilo behoort de Toulouse gans tot de zwaarste ganzenrassen. Maar laat u niet misleiden door zijn grootte en omvang. Toulouse ganzen zijn rustige, vriendelijke watervogels die aanhankelijk zijn aan hun verzorger. Zo eenvoudig als de dieren zijn te houden, zo moeilijk is de voortplanting en het (op)fokken ervan. Oorspronkelijk komt de Toulouse gans uit Zuid-Frankrijk, waar ze voor het vlees en met name voor de beruchte ganzenlever (foie gras) worden gehouden. Rond 1850 werden de eerste Toulouse ganzen naar Engeland geïmporteerd. Hier werden de dieren vooral geselecteerd op grootte en gewicht, waardoor de Toulouse gans steeds groter en zwaarder werd en ook zwaardere keelen buikwammen kreeg. Inmiddels zijn er eigenlijk drie typen Toulouse ganzen te onderscheiden: het oorspronkelijke type (zonder keel- en buikwam), de Dewlap Toulouse gans (zwaarder en groter en met keel- en buikwam) en de Exibition Dewlap Toulouse gans (extreem zware ganzen met extreem zware keel- en buikwammen). Dit laatste type wordt vooral nagestreefd in Amerika en Engeland terwijl in Nederland Toulouse ganzen van het type Dewlap de voorkeur genieten.

De Toulouse gans is een gemoedelijke en zachtaardige watervogel. Zodra het dier zich onveilig voelt, zal hij zich eerder uit de voeten maken dan gaan blazen of aanvallen. Toulouse ganzen hebben een voorzichtige benadering nodig. Vanwege hun omvang zijn ze weinig atletisch en zelfs 'plomp', waardoor ze zich eenvoudig kunnen bezeren als ze in paniek op de vlucht zouden slaan. Makkelijke kostganger Toulouse ganzen zijn makkelijke kostgangers. Eenmaal volwassen zijn ze te zwaar om goed te kunnen vliegen. Een omheining van zo'n zestig centimeter is voldoende om ze op het erf te houden. Om hun veren in goede conditie te houden, is zwemwater zeer gewenst. Dit hoeft geen enorme vijver te zijn, een ingegraven badkuip of zandbakschelp volstaat prima. Toulouse ganzen staan bekend om hun gezonde eetlust. Ze eten, met name in hun eerste levensjaar, veel gras. Een klein achtertuintje is dus niet voldoende om een koppel Toulouse ganzen te kunnen houden. Naast gras staat er watervogelvoer op het menu. Brood, appel, maïs, tarwe… Eigenlijk is er maar weinig waar een Toulouse gans zijn snavel niet graag inzet. Qua huisvesting stelt de Toulouse gans ook geen hoge eisen. Met een eenvoudige schuilmogelijkheid nemen ze al genoegen. Voor het broeden geven ze de voorkeur aan een afgeschermd plekje.

Moeizame voortplanting

Zijn kenmerkende zwaarlijvigheid speelt de Toulouse gans parten bij de voortplanting. Zowel de bevruchting als het broeden verloopt zelden van een leien dakje. Hoe zwaarder de dieren, des te groter de moeilijkheden. Zware, vette dieren zijn lui, ook als het op paren aankomt. Daar komt bij dat te vette ganzen minder eieren leggen, wat de kans op een aantal bevruchte eieren natuurlijk niet groter maakt. Om die kans te vergroten, is het verstandig om niet al te vette dieren te gebruiken of om het beoogde koppel op dieet te zetten. De ideale leeftijd van de gent (mannetje) is tussen zijn tweede en derde jaar, oudere genten zijn vaak slomer. Ganzen paren graag in het water. Door ervoor te zorgen dat het water niet al te diep is, en de dieren dus een goede grip hebben, wordt de kans op een succesvolle paring vergroot. Ook tijdens het broeden ondervindt dit ras hinder van zijn zwaarte en daarmee gepaard gaande lompheid. Het gebeurt regelmatig dat de gans haar eieren onbedoeld kapot trapt. Ganzenkuikens die het levenslicht zien, bezwijken soms ook onder het zware lijf van hun moeder. Om deze reden wordt er ook regelmatig voor gekozen om de eieren in een broedmachine uit te laten broeden. Het is hierbij het vermelden waard dat een ganzenkuiken degene die het als eerste ziet als moeder aanneemt. Heeft u de tijd om als 'moeder' te fungeren, dan is dit een ideale methode om de ganzen tam te maken. U kunt er natuurlijk ook voor zorgen dat een pleegmoeder (dit kan een gans, maar ook een kip of muskuseend zijn) het eerste is dat het ganzenkuiken ziet en het werk aan de pleegmoeder overlaten.Ganzen leggen soms in februari al hun eerste eieren. Het is raadzaam om de eieren weg te nemen en de ganzen pas vanaf maart / april te laten broeden. Voorkeur Toulouse ganzen kunnen het beste in een span worden gehouden. Een gent en twee vrouwelijke dieren zou ook kunnen, maar meestal geeft de gent toch de voorkeur aan één hiervan en wordt de andere genegeerd. Van ganzen wordt beweerd dat ze hun levenlang trouw zijn aan één partner, maar eigenaren van Toulouse ganzen delen deze ervaring niet. Over het algemeen hecht een Toulouse gans zich probleemloos aan een nieuwe partner.

Bekijk ook de toulousegans website van Stijn Lemmensmens

Naar boven